Een kinderkoor staat monotoon en staccato te zingen. Jingle-bells, verkracht tot – het lijkt wel een rap. Alleen het ‘hé!’ als afsluiting klinkt alsof ze er echt blij van worden die kinderen. Trotse ouders applaudisseren, de kinderen maken een buiging. Zo, dat is weer klaar.
Intussen klinken er door elkaar andere kerstliederen ergens uit de luidsprekers. Alweer een ‘Jingle Bells’. Erg huppelig. Ik stel me zo voor dat Ron Brandsteder dit zingt, met zijn logge – door drank lollig-vrolijke – lijf. En ‘Froluk Kersfees’, zo te horen is dit André Hazes in de bocht, met grote Amsterdamse uithalen.
Een ober, verkleed als kerstman, komt kijken of hij wat kan slijten. Zijn terras is leeg. Het is koud en zuur hier buiten. Vrouwen haasten zich met volle tassen over het plein. Een man staat diep in zijn jas gedoken te bellen. Eén hand diep in zijn broekzak gestopt.
Nog een man staat met zijn handen diep in zijn zakken goedkeurend te kijken naar een uithangbord, waarop warme erwtensoep met een groot uitroepteken wordt aangeprezen. Het is duidelijk dat hij staat te wachten. Even later vergezelt een nors kijkende vrouw met boodschappentas hem. Samen lopen zij weg. Geen erwtensoep voor deze man.
Achter de marktkramen lopen allerlei geuren door elkaar: oliebollen, vis, gegrilde kippetjes en uitlaatgassen. De auto’s rijden langzaam over de kinderkopjes, wat een bijzonder geluid geeft.
Drie kleine meisjes rennen vrolijk kwebbelend over het plein. Ze gaan helemaal op in hun spel en merken mij niet op. Eén van hen struikelt bijna over mijn voet en kan nog nèt op tijd voorkomen dat ze valt. Dan ziet ze mij. ‘Niet interessant’, zegt haar blik. Meteen pakt ze de draad van haar spel weer op.
Ineens wordt het drukker naast de oliebollenkraam. Iemand doet zijn best om aan een keyboard een vrolijk deuntje te ontfutselen. Hij kan rekenen op enthousiast applaus van zijn fans.
Een elegante blondine loopt met verende tred naar het publiek toe. Haar hond lijkt haar te kopiëren. Ook hij is blond en loopt met verende tred, af en toe naar haar opkijkend.
Naast mij nemen twee blauwe bakjes met versgebakken kibbelingen plaats. Zo te zien een vader met twee kinderen. Pa en zoon zijn duidelijk liefhebber van de kibbelingen. Het dochtertje zit er verveeld bij te wachten tot de kibbeling verorberd is. Handen diep in de zakken van haar knalroze meisjesjas.
Een moeder met een kleintje voorop de fiets en de buit van vandaag in haar uitpuilende fietstassen rijdt wiebelig over de keien het plein af. Snel naar haar warme huis, waar de kachel brandt.
De gebouwen rondom het plein doen herinneren aan vroeger tijden. De geveltjes zijn gevarieerd. Kerstverlichting poogt de sfeer te verhogen en de stapel hooibalen heeft duidelijk ten doel de kerststal te verbeelden. Op de achtergrond jankt het draaiorgel.
Slechts weinig mensen reflecteren de sfeer die de middenstanders proberen op te roepen. Maar dat doet er niet toe. Omgezet wordt er in ieder geval en dat is het voornaamste.