Je kent het vast wel, je neemt je voor om per 1 januari nu eindelijk eens…. Je begint vol goede moed en je voornemen staat als een huis. Je gelooft erin en niets of niemand kan je van je voornemen afbrengen.
Afhankelijk van je wilskracht houd je het kortere of langere tijd vol. Maar uiteindelijk val je weer terug in je oude gewoonte. Je zit weer in de ‘beestenbende‘ (waarover straks meer) en je gelooft niet meer dat het je ooit nog zal lukken.
Aan de ene kant: fijn voor je brein (waarover ook straks meer). Aan de andere kant: afbouwen van je zelfvertrouwen.
Waarom mijn voornemens tegenwoordig wel slagen
Ook voor mij was dit een bekend fenomeen. Wàs ja, want tegenwoordig slagen mijn voornemens wel. Als ik rekening houd met de beestenbende wel te verstaan.
Hoe komt het toch, dat er zoveel voor nodig is om je goede voornemens ook daadwerkelijk te laten slagen?
1 januari
Omdat je start op 1 januari? Nee hoor. Het maakt niets uit op welke dag je start met je voornemen. 1 januari is echt geen magische dag die ervoor zorgt dat je voornemen zal slagen. Je zult het echt zelf moeten doen. En je kùnt het ook zelf.
Laat de startdag afhangen van andere factoren dan de datum. De factoren die er wel toe doen vat ik hieronder samen in de ‘beestenbende’.
Beestenbende
Laten we eens kijken naar de beesten die een rol spelen bij het al dan niet slagen van je voornemens. En vooral, hoe je die de baas kunt blijven.
Waakhond
Oude gewoontes, hoe slecht ze ook zijn, voelen veilig en vertrouwd voor je brein. Je brein zal altijd weer proberen om je zover te krijgen dat je terugvalt. Gemeen? Ja, best wel. We zitten opgezadeld met een brein dat de ontwikkelingen niet heeft kunnen bijhouden. Een brein dat denkt dat wij nog steeds leven zoals in de oertijd.
Gelukkig kun je leren je brein een beetje voor de gek te houden, waardoor je voornemen een echte kans van slagen krijgt.
In ons brein zit een soort waakhond, de amygdala. Die raakt van slag als je ineens iets heel anders gaat doen. Die waakhond zal blijven blaffen tot je weer braaf doet wat je altijd al deed. En daar zit je dan weer, in je hok, en er is niets veranderd… Dat voelt veilig en vertrouwd voor je waakhond.
Hoe kun je dan wel blijvend iets veranderen? Babysteps is het antwoord. Als je heel voorzichtig bent, hoort de waakhond je niet en blijft hij slapen. Dan is hij aan de nieuwe situatie gewend voordat hij wakker wordt en zal hij niet onophoudelijk gaan blaffen. Knip je doel dus altijd op in kleine stukjes. Veel kleine stapjes maken uiteindelijk ook een grote. De kans op terugval wordt daardoor veel kleiner.
Angsthazen
Niet alleen jij kunt last krijgen van die waakhond in je brein, ook voor anderen verandert er iets als jij ineens niet meer lekker veilig doet wat men van je gewend was. Dat kan dan ook hun waakhond alarmeren. Dit verandert mensen in angsthazen; vanuit hun eigen angst reageren zij op jouw verandering. Waarop jouw waakhond natuurlijk wakker wordt en zegt: zie je wel, ik zei het al, niet doen!
Houd rekening met weerstand van buitenaf als je aan de slag gaat met een bewuste verandering. Realiseer je dat dit gaat om hùn angst, niet de jouwe. Toon begrip, stel mensen gerust. Ga intussen onverstoorbaar door, met hele kleine realistische stapjes zetten, steeds verder in de richting van jouw doel. Wees geduldig en gun de angsthazen de tijd om jouw nieuwe gewoontes te leren kennen en waarderen.
Rupsje nooitgenoeg
Als je teveel tegelijk wilt veranderen, als een rupsje nooitgenoeg, lukt er uiteindelijk niets. Dat komt ook weer door je interne waakhond, die wakker wordt als er teveel gebeurt.
Waak er dus voor dat je met veel voornemens tegelijk aan de slag gaat. Hou in de gaten: kleine realistische stapjes en vooral niet teveel tegelijk.
Ezel
Veranderen betekent dat je moet bewegen. Stel je eens een ezel voor die je een wortel voorhoudt, of diezelfde ezel, als je hem slaat met een stok. Voor beide komt de ezel in beweging. Vaak zie je dat veranderen pas lukt als de pijn groot genoeg is (de stok) of het belang aantrekkelijk genoeg is (de wortel). Niet dat mensen ezels zijn, maar het principe werkt hetzelfde.
Wees hierop voorbereid en maak je voornemens zo, dat zij een pijn wegnemen, of dat je er een groot belang bij hebt.
Stier
Tot slot de allerbelangrijkste: neem je iets voor vanuit een positieve insteek. De reden waarom de meeste goede voornemens sneuvelen, is omdat zij eigenlijk een negatieve insteek hebben.
Negatief is bijvoorbeeld: ik stop met roken. Je zegt dan eigenlijk: ik mag NIET meer roken.
Het woordje NIET werkt in feite als een rode lap op een stier. Maak je voornemen positief, bijvoorbeeld door te benoemen wat het je GEEFT als je niet meer rookt. Een goed uithoudingsvermogen, goed reukvermogen, een blije partner, een huis dat lekker ruikt, etc.
Nog een voorbeeld, volgens mij is dat het meestgehoorde voornemen op 1 januari: afvallen. Zeg niet: ik ga afvallen omdat ik te dik ben, maar zeg: ik ga gezonder eten omdat ik me dan fit en energiek voel en ik allerlei leuke dingen kan ondernemen.
Stappenplan goede voornemens
- Visualiseer je positief geformuleerde voornemen. Focus je daarop.
- Wat heb je als randvoorwaarden nodig om je voornemen te laten slagen? Zorg dat dat alvast voor elkaar is voordat je start met je voornemen.
- Ruim uit de weg wat je belemmert om je voornemen te laten slagen.
- Zorg voor een flinke dosis wilskracht.
- Knip je voornemen op in hele kleine haalbare stappen.
- Vier ieder succesje.
- Pak steeds de draad weer op, mocht je even uit de bocht vliegen. Je bent echt niet direct helemaal mislukt (wat je waakhond je wil laten geloven). Je bent gewoon menselijk.
Orde op zaken
Wil je inzicht krijgen in jouw knelpunten en hoe je die kunt ombuigen in een haalbaar voornemen? Schrijven helpt je orde op zaken te stellen, in kaart te brengen waar je knelpunten liggen en te bedenken hoe je die kunt oplossen. Zodat ook jij je voornemens kunt laten slagen.