In artikelen

Ik heb mezelf al jong aangeleerd dat ik moest presteren. Ik vond mezelf maar raar en onaangepast. Anderen konden wel normaal doen en als ik maar zou presteren, dan zou het wel goed komen met mij, zo dacht ik. Regelmatig was ik de rem kwijt, ik ging maar door. Je zult begrijpen dat dit gedrag mij vaak stress gaf. Ik vond dat dat mijn probleem was, daar moest ik anderen niet mee lastig vallen. Ik was immers degene die raar was. Anderen hadden dan ook weinig last van mij, maar ikzelf des te meer.

Hier hebben we een paar gedragspatronen te pakken en dat is waar ik het in dit schrijfsel over wil hebben.

Verslaafd aan je gedrag

Een gedragspatroon is te zien als een soort verslaving. Verslaving in deze zin is een toestand waarin je fysiek of mentaal van een gewoonte, een gedragspatroon, afhankelijk bent, zodanig dat je dit niet, of heel moeilijk, los kunt laten.

Je gedrag ligt grotendeels vast en verankerd vanaf je 35e levensjaar. Vanaf je 35e liggen je persoonlijkheid en identiteit zelfs helemaal vast. Je patronen heb je vastgelegd door steeds op dezelfde manier te denken en handelen. Na je 35e levensjaar ga je wat je doet baseren op je gevoel, oftewel de jouw bekende patronen, je persoonlijkheidskenmerken, je identiteit, je zijn.

Je voelt je zoals je denkt en andersom

Bij iedere gedachte maken je hersenen een chemisch stofje aan, wat je een positief of negatief gevoel geeft. Je voelt je zoals je denkt: denk je positief, dan voel je je prettiger en denk je negatief, dan voel je je minder prettig.

Andersom, als je hersenen opmerken hoe je je voelt, beïnvloedt dat of je positief of negatief denkt. Daardoor krijgen gevoelens de overhand.

Je lichaam volgt braaf de bevelen van je geest op en identificeert zich daarmee. Je lichaam neemt je geest over en er ontstaat een “verslaving”, een gedragspatroon.
Ieder mens ontwikkelt zijn gedragspatronen, het zijn de paadjes die je – vaak onbewust – iedere keer weer loopt.

Overlevingsstrategie

Je werkelijkheid is gebaseerd op ervaringen uit je verleden die vaste verbindingen zijn geworden in je hersenen. Op basis van deze verbindingen neem je je omgeving waar. Hoe je je op enig moment voelt bepaalt jouw visie op de werkelijkheid.

Gedragspatronen ontstaan door overtuigingsvormende ervaringen. Veel van deze ervaringen vinden al plaats in je jeugd, zoals ook bij mij het geval was. Ik dacht vaak anders en vond andere dingen leuk dan mijn leeftijdgenoten en daarom vond ik mezelf een raar en onaangepast kind. Dat ik introvert en hoogsensitief was, daar had ik toen nog geen idee van.

Een ander voorbeeld: als je als jongste in een gezin van jezelf moest laten horen en voor jezelf moest opkomen om iets voor elkaar te krijgen, dan wordt jezelf laten horen en voor jezelf opkomen al snel een vast gedragspatroon. Het hielp je als kind en je hebt jezelf aangeleerd dit steeds weer te doen.
Ook in je volwassen leven blijf je dat soort gedragspatronen automatisch herhalen.

Je gedragspatronen zijn de bril waardoor je kijkt. Het zijn een soort overlevingsstrategieën, ze bleken nuttig in jouw belang. Het zijn je kwaliteiten, maar tegelijkertijd ook je valkuilen. Je primaire reactie in stresssituaties is om je kwaliteiten nog meer in te zetten. Daarin sla je gemakkelijk door en zo stap je in je valkuil.

In het zojuist genoemde voorbeeld van het jongste kind is de kwaliteit jezelf laten horen en voor jezelf opkomen. De valkuil daarbij kan zijn dat je gaat schreeuwen en bombarie maken, iedereen overstemt en niet naar anderen luistert.
In mijn eigen situatie is presteren de kwaliteit. De valkuil daarbij is perfectionisme en doorgaan zonder rem.

Hoe kun je je gedrag veranderen?

Verandering begint met je bewust te worden van wat je doet, erkennen dat je doet zoals je doet en waarom je dat zo bent gaan doen. Vervolgens kun je bewust verandering in gang zetten: anders gaan denken en handelen. Dat is de manier om belemmerende gedragspatronen te doorbreken.

Stel je eens een ezel voor die je een wortel voorhoudt, of diezelfde ezel, als je hem slaat met een stok. Voor beide komt de ezel in beweging. Vaak zie je dat veranderen pas lukt als de pijn groot genoeg is (de stok) of het belang aantrekkelijk genoeg is (de wortel). Niet dat mensen ezels zijn, maar ook voor ons werkt het op deze manier.

Veranderen is tegenbewegen

Als ik weer de neiging heb om te gaan presteren en maar door te gaan, dan voel ik overal in mijn lijf dat het knelt. Dat is het signaal van mijn lijf dat een tegenbeweging nodig is. In mijn geval is de tegenbeweging stilstaan, voelen waar ik eigenlijk behoefte aan heb op dat moment en dat gaan doen. Wat voor mij betekent: niet doen, de boel de boel laten, kiezen voor ontspanning.

Je beïnvloedt je hersenen door je anders te gedragen; je creëert als het ware kortsluiting. Dat is pijnlijk en roept weerstand op, want je hersenen maken dan niet meer de stofjes aan waaraan je lichaam gewend was. Je lichaam protesteert daartegen en zal proberen je hersenen zover te krijgen weer te doen zoals je altijd deed – waaraan je “verslaafd” bent.

Als je je nieuwe gedrag volhoudt, ga je voelen zoals daarbij past en ontstaan er nieuwe verbindingen in je hersenen. De weg naar nieuwe gedragspatronen is daarmee vrijgemaakt en je kunt anders in de wereld gaan staan.

Hoewel mijn neiging om te presteren en maar door te gaan nooit helemaal zal verdwijnen, wordt steeds het gemakkelijker om de tegenbeweging te maken. Het is zo de moeite waard, want ik voel me zoveel prettiger als de stress niet door mijn lijf giert.

Hoe verder?

Hoe zou het zijn, om vanuit je luie stoel ondersteund te worden bij de door jou gewenste verandering? Lees verder in dit monsterartikel.

Leave a Comment


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.

Start typing and press Enter to search