Je vervelen, wat is dat eigenlijk? Dat je niets te doen hebt? Zo heb ik er lange tijd over gedacht. Pas vrij recent ontdekte ik dat verveling betekent dat je niets leuks te doen hebt.
Ik riep altijd: ‘Ik verveel me nóóit, ik weet niet wat dat is!’ Dat blijkt dus niet te kloppen. Dat gevoel van saaaaaaai ken ik maar al te goed en ik heb dus wel degelijk regelmatig momenten van verveling. Als ik de administratie bijwerk bijvoorbeeld. Of als ik steeds weer dezelfde saaie klusjes moet doen (herhaling).
Verveling gaat om een gevoel van lusteloosheid, van desinteresse, van hangerigheid, grenzend aan ergernis.
Het nut van verveling
In onze westerse wereld, waar iedereen druk-druk-druk is, is verveling een kostbaar goed. Je af en toe vervelen brengt je rust, wat in onze hectische wereld zo nodig is. Het creëert ruimte voor iets anders dan druk zijn, voor het bijladen van je batterij.
Verveling met mate is geen probleem en zoals net beschreven zelfs nuttig. Blijf dus vooral de afwas met de hand doen. (Ik ga er gemakshalve van uit dat dat een klusje is dat ook bij jou verveling oproept.)
Het gevaar van verveling
Bij je overmatig vervelen ligt er een gevaar op de loer. Je raakt onderprikkeld en bent steeds minder geneigd om in actie te komen. Op den duur komt er niets meer uit je handen en voel je je alleen maar lamlendiger worden. Ook in werksituaties is dit vaak aan de orde: dag in dag uit dezelfde handelingen, dezelfde mensen, dezelfde grappen. Je roest erin vast. In actie komen met iets wat je leuk vindt is de enige oplossing. Ook al voel je je eigenlijk te lamlendig voor wat dan ook, je zult merken dat je er anders tegenaan kijkt als je eenmaal aan de gang bent.
Ik herken dit bijvoorbeeld van de zomervakanties met een hele sliert pubers. Ik ben een vroege vogel en ga het liefst bij het krieken van de dag op pad. Maar tegen de tijd dat iedereen is uitgeslapen, heeft ontbeten, koffie gedronken, gekletst en eindelijk gepakt en gezakt klaarstaat, hoefde dat leuke uitje of die wandeling voor mij eigenlijk niet meer. Ik hing dan al uren met een boek voor de tent en voelde me inmiddels lamlendig en aardslui. Liefst bleef ik er de rest van de dag gewoon hangen tot het tijd was om naar bed te gaan. Dat gebeurde ook regelmatig. Nergens meer voor in actie komen. Zelfs een bezoek aan het toilet uitstellen totdat het echt niet anders meer kon.
Verveling bij HSP-HSS
Een high sensation seeker (HSS) is iemand die behalve HSP (hoogsensitief) ook een meer dan gemiddelde behoefte heeft aan uitdaging. Een HSS moet zijn energie op een uitdagende manier kwijt kunnen. Steeds weer nieuwe ervaringen opdoen.
Aan de ene kant is uitdaging nodig om je goed te voelen. Aan de andere kant levert uitdaging veel prikkels op en je hebt veel tijd nodig om daarvan te herstellen en je goed te blijven voelen. Een HSS is immers ook hoogsensitief. Je vervelen zou dan in principe goed zijn – vanwege de herstelmogelijkheid die het biedt.
Een HSS verveelt zich echter veel vaker dan een niet-HSS. En dat slaat al snel om in onderprikkeling, wat een heel bekend verschijnsel is voor een HSS. Je gaat je dan lamlendig en landerig voelen. Alsof je leeggelopen bent. Op de lange termijn kun je er zelfs bore-outklachten van krijgen.
Om te herstellen van energieverslindende uitdagingen kan een HSS daarom beter activiteiten kiezen die energie en rust opleveren, maar geen vervelingsfactor kennen.
Overtuigingen
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik heb in de loop van mijn leven wel wat overtuigingen opgedaan die te maken hebben met verveling:
- Niets doen is zonde.
- Je moet nuttig zijn.
- Je mag niet klagen.
Als ik als een verveeld kind rondhing en klaagde dat ik niets te doen wist (zoals kinderen zo heerlijk kunnen), dan bedachten mijn ouders altijd wel iets nuttigs om te doen. Waar ik dan vervolgens geen zin in had. Nuttig, haha, niet leuk! Ondanks dat ik aan de gang gezet werd, bleef ik me dus vervelen, ook al dacht ik dat ik me niet verveelde omdat ik bezig was. Maar nuttig was ik. En die neiging heb ik nog steeds: altijd bezig zijn en je nuttig maken.
Welke overtuigingen heb jij opgedaan over vervelen? Zitten die je nu nog dwars en zo ja hoe?
Verveling aanpakken
Vooropgesteld: verveling hoeft lang niet altijd aangepakt te worden. Als de verveling je geen onderprikkeling oplevert en je wel rust brengt, laat het er dan lekker zijn.
Dreig je onderprikkeld te raken of ben je dat al, dan is het tijd om je verveling aan te pakken.
Je realiseren waar je gedrag vandaan komt maakt het gemakkelijker om het bewust te veranderen. Zo herken ik nu wanneer ik onderprikkeld raak, ik realiseer me dat nuttig bezig zijn als het niet ook leuk is mij niet helpt om dat lamlendige gevoel op te lossen. Ik kan nu bewust de tegenbeweging maken en iets gaan doen wat ik leuk vind en wat me energie geeft.
En soms moeten vervelende klusjes gewoon. Dan doe ik dat ook, zonder klagen. Punt. Maar niet te lang en niet te vaak.
Wil je jezelf een handje helpen om de juiste keuzes te maken om je verveling aan te pakken, dan kun je jezelf vragen stellen.
Bijvoorbeeld
- Wat je aan het doen bent, is dat gewonnen tijd (zinvol en/of leuk) of verloren tijd (zinloos en/of vervelend)? Realiseer je dat het in ieder geval jouw tijd is en dat die beperkt is.
- Voelt wat je doet als sterven of groeien? Een behoorlijk zwart-witte stelling, maar de overdrijving van het woord sterven kan je helpen.
- Hoe kun je jouw verveling vullen met nieuwsgierigheid? Wat kun je anders doen, waardoor deze vervelende activiteit je nieuwsgierig maakt? Wees creatief. Zelfs als je ‘niets’ te doen hebt, kun je iets bedenken. Kijk bijvoorbeeld eens naar de wolken die voorbij drijven en ga daarin voorstellingen herkennen. Verlies je in je eigen verhaal.
- Verveling nodigt uit tot verdieping. Als je je ergens in verdiept, kom je in een andere wereld terecht. Welke verdieping kun je in jouw activiteit aanbrengen? Het resultaat van verdieping is verwondering – zie je daarbij maar eens te vervelen. Neem als voorbeeld iets simpels als de afwas. Dat is toch iets wat veel mensen saai vinden. Verdiep je eens in de manier waarop de belletjes van het sop dansen als je je werk doet. En hoe het sop gaandeweg verandert, verkleurt, minder belletjes vertoont, tot rust komt als de afwas klaar is, helemaal verdwijnt als je het laat staan. Dat is de
wereld onder de afwas, die je bereikt door anders te kijken.